Solitaire bijen en -wespjes
Naast de bijen en wespen die in volken leven in bijenkasten of wespennesten, zijn er in ons land ook een 300-tal soorten solitaire bijen en –wespjes, die we ook wel “wilde” bijen en –wespen noemen. Zij leven alleen en niet in volken bij elkaar zoals de honingbij, hommel of wesp.
Solitaire bijen hebben, een uitzondering daargelaten, geen angel en kunnen ons dus niet steken.
Deze solitairen kunnen we ook bij onze eigen tuin helpen met nestgelegenheid. Fijn voor die bijtjes en ook voor jullie, want je kunt er zoveel moois van zien – en ze steken niet -.

Diverse soorten bijen

Nu is al gezegd, dat elke bijensoort een eigen variant op bovenstaande levensloop kent. Vaak zijn de Nederlandse namen voor de bijen dan ook afgeleid van het gedrag en soms van het uiterlijk van de dieren.

Zandbijen

Zo maken zandbijen hun nesten meestal in de grond, hun zandhoopjes zien er uit als kleine molshoopjes of vulkaantjes en worden vaak verward met de zandhoopjes van mieren of pieren. In haast elke woonwijk komen tientallen van dergelijke nestjes voor.

Meltselbijen

Metselbijen plakken hun nestgangen met vochtig zand of met leem dicht. Vaak worden oude kevergangen gebruikt. Soms ook lege slakkenhuisjes.

Klokjesbijen

Klokjesbijen verzamelen stuifmeel op planten die klokjes (campanula’s) genoemd worden.

Behangersbijen

Behangersbijen bekleden de nestgang eerst met afgeknaagde stukjes blad. Wolbijen doen dat met haren van planten.

Bloedbijen Bloedbijen zijn bloedrood en verzetten helemaal geen werk. Ze smokkelen hun ei stiekem bij een ander binnen. De larve daaruit ontwikkelt zich ten koste van de larve van de bij, die het nest maakte. Dergelijke profiteurs worden koekoeksbijen genoemd. Ook wespbijen, die op wespen lijken, zijn koekoeksbijen.