Honingbijen

Op Weverkeshof houden we ook honingbijen. Het zijn bijen van een rustige soort:  de Carnica (Apis Mellifera Carnica). En ook al krijgt de imker weleens een steek, ze steken alleen als ze in het nauw komen. Jammer voor de imker en jammer voor de bij, want die sterft na een steek op mens of dier.
Bijen en hommels zullen dus eigenlijk nooit steken, alleen als ze, zoals ik eerder zei, letterlijk in de knel komen, of als je hun “huis” openbreekt en binnendringt.
Imkers zul je dus vaak zonder imkerpak zien, maar wel met de imkerpijp, om de bijen wat rustiger te maken. Als de imkers echt middenin de bijenkast moeten zijn zullen ze echt wel het imkerpak aantrekken. Dat werkt rustiger.

Bijen en hommels zorgen voor het bevruchten, en dus voor een (betere) oogst van 85% van de soorten van ons plantaardig voedsel. De wind zorgt voor de bevruchting van o.a. alle granen en grassen en helpt een beetje mee aan de bevruchting van het andere plantaardige voedsel. Over wespen later nog iets.
Bijen en hommels zijn dus absoluut noodzakelijk als het om ons voedsel gaat. Ze zijn ook vegetarisch: ze gebruiken alleen het stuifmeel en de nectar van bloemen (van planten, struiken, maar vooral van bomen).  Het haalseizoen voor de honing eindigt met de bloei van de linde (half juni tot begin juli), wanneer de bijenvolken op hun grootst zijn.
Hoewel een enkel volk nog bij de hei wordt geplaatst, vanaf begin augustus, werken verreweg de meeste bijenvolken dan aan de voorbereiding van de winter. Vanaf juli worden de bijenvolken kleiner. Zijn ze eind juni nog 40.000 tot 50.000 bijen groot, vanaf dat moment tot het einde van de winter krimpen ze in tot een grootte van 10.000 bijen.
Leven zomerbijen maar 6 weken, de winterbijen die vanaf augustus/september geboren worden, leven wel 6 maanden.
Dan is het weer wachten op zonnige dagen in februari/maart als ze met temperaturen boven de 9 graden weer kunnen gaan vliegen.

Het bijenvolk bestaat bijna alleen uit werksters (de vrouwtjes). De werksters, maken de nieuwe raten, maken de gebruikte cellen schoon, voeren de larven, verzorgen de koningin, vullen de cellen met stuifmeel of honing, halen honing en stuifmeel en verdedigen de bijenkast.
In het volk zit een (1) koningin. Zij is het die de eitjes legt. In de toptijd wel 2.000 eitjes per dag. Dan zijn er in een volk vanaf april ook nog ongeveer 2-4% darren.
Zij zijn er om koninginnen van andere volken te bevruchten. Darren hebben geen angel, halen geen nectar of stuifmeel, verzorgen niets in de bijenkast. De werksters steken de darren eind augustus dood of verjagen ze uit de bijenkast. Volgend jaar zorgt de koningin dat er wel weer een aantal nieuwe darren komt.

Wespen en Hommels
Nog even wat over wespen. Wespen zijn vleeseters. Ze doen dus ook niet mee aan de bevruchting van planten door het halen van stuifmeel en nectar.
Zijn ze daarom onnuttig? Nou, niet helemaal: in een jaar haalt een volk wespen soms wel twee emmertjes muggen en vliegen uit de lucht. Dat is dan weer mooi meegenomen voor ons. Nadeel is wel dat ze ons vanaf juli/augustus lastig komen vallen, omdat ze ook zoetigheid nodig hebben.
Een wespenvolk leeft eind september niet meer (alleen een koningin voor volgend jaar verstopt zich op een rustige plaats voor een winterslaap). Dat gaat geleidelijk. Hommels, die ook niet willen steken, zijn net als bijen vegetarisch. Ze sterven aan het eind van de zomer ook uit, en lijken wat dat betreft dus meer op wespen. Ook daarvan gaat een koningin ergens op een rustig plekje in winterslaap.
Het volk van de bijen overwintert in de bijenkast en de volken van wespen en hommels sterven in het najaar uit en hun koninginnen beginnen in het voorjaar opnieuw met het opbouwen van hun volk.

Nog meer over honingslingeren: zie “honingslingeren”